Groente-uit-de-oven

Dit is een gerecht wat bij ons erg populair is in het weekend. Het kost
namelijk net iets meer tijd voordat het klaar is, maar is qua bereiding
bijzonder weinig werk. En het is vooral ook erg lekker!
Ik heb dit gerecht een keer gezien in een kookprogramma van de BBC. Daar
werd het als bijgerecht opgevoerd, maar wij maken het voor ons tweetjes
(we zijn flinke eters 🙂 vaak als hoofdgerecht. Met bijvoorbeeld een stukje
vlees of vis, dan wel een vleesvervanger (bijvoorbeeld een lekkere Quorn
burger) is het namelijk een prima hoofdgerecht.

Verwarm de oven voor op 200 graden Celcius.
Je maakt dit gerecht het beste op een bakplaat. Meestal zitten er bij een
oven een dunne aluminium plaat en een donkere. Ik kies voor dit gerecht
altijd de donkere (dikkere) bakplaat. Eventueel kan je ook een grote
ovenschaal gebruiken, maar mijn ervaring is dan dat je vaker de zaak moet
doorroeren tijdens het bakken, en dat het eindresultaat minder mooi bruin
en knapperig is dan wanneer je een bakplaat gebruikt.

Doe de krieltjes op de bakplaat.
Schil de winterpenen. Snij ze daarna in de lengte doormidden, en snij hier
(halfronde) plakjes van van ca. een halve centimeter dik (of ietsjes dunner).
Voeg ze bij de krieltjes.
Was de cougette, en snij de uiteindes er vanaf. Snij de courgette in de
lengte doormidden, en snij er (halfronde) plakjes van, wederom van circa een
halve centimeter dik. Snij de plakjes in ieder geval niet te dun, want de
courgette is sneller gaar dan bijvoorbeeld de wortels. Als je de plakjes dus
te dun snijdt, blijft er zo weinig van over. Voeg de courgette bij overige
groenten.
Voeg nu naar smaak knoflook toe. Wijzelf gooien er met gemak alle hele
teentjes van een (verse) bol knoflook door, of een flinke hoeveelheid
knoflookvlokken, maar niet iedereen vindt dat even lekker. Het lekkere van
hele teentjes is dat ze uiteindelijke lekker zacht en bijna smeuig uit de
oven komen: hmmmmm!!
Strooi dan naar smaak de kruiden over de groenten. Hou er rekening mee dat
het gerecht een tijd in de oven staat. ‘Overkruid’ het gerecht dus flink,
want anders proef je er uiteindelijk nauwelijks iets ervan.
Strooi ook redelijk wat peper en zout over de groenten. Ook hier geldt dat je
best wat mag overkruiden.
Als laatste gaat de olijfolie erbij. Ik doe dat altijd door direct uit de
fles snel een soort zigzagpatroon over de bakplaat te trekken. Uiteindelijk
moet er net genoeg olie bij de groenten, zodat ze allemaal met een heel dun
laagje olie bedekt zijn. Ben dus in eerste instantie zuinig met de
hoeveelheid olijfolie: je kan altijd er nog wat bij doen, maar doe je er
teveel bij, dan smaakt de groente uiteindelijk nogal vettig, en krijg je
ook geen mooi bruin korstje op bijvoorbeeld de krieltjes.
Roer daarna met bijvoorbeeld een pollepel de groenten goed door zodat alles
zich goed mengt (inclusief de olie en de kruiden).

Schuif de groenten in de voorverwarmde oven. Hoe lang de groenten nodig
hebben, is o.a. afhankelijk van hoe dik je de groente gesneden hebt, en ook
van hoe gaar je de groente wil hebben. Ikzelf kom meestal op een oventijd
van circa 40 minuten uit.
Schud, wanneer de groenten 20 minuten in de oven staan (en wellicht ook nog
een keer daarna), een keer flink met de bakplaat. Zo voorkom je dat de
groenten vastbakken op de plaat. Eventueel kan je ook snel met een pollepel
de groenten omroeren.
Meestal zet ik na zo’n 30 minuten de oven nog zo’n 10 minuten op de hetelucht
stand (nog steeds op 200 graden): de groenten zijn dan al gaar, maar de 10
minuten hete lucht geven een lekker bruin en krokant korstje aan met name de
krieltjes. De worteltjes worden op deze manier altijd lekker zoet.

10-15 minuten voorbereiden, 30-45 min bakken.