Limburgs zuurvlees

Ingrediënten
  • 2 doorregen runderlappen (500-600 gram)
  • 5-8 dikke uien (al naar gelang je eigen voorkeur)
  • ontbijtkoek
  • appelstroop (limburgse wel te verstaan)
  • boter
  • bloem
  • azijn
  • kruidnagels
  • jeneverbessen
  • laurierblaadjes
  • zout en peper
  • nootmuskaat
Bereiding
Snijd de runderlappen in blokjes van ca. 2 bij 2 cm. Snipper de uien in niet te kleine stukjes.
Braad de stukjes rundvlees in een grote braadpan met voldoende boter op hoog vuur tot ze bruin beginnen te worden. Verwijder eventueel overtollig vleesnat (niet weggooien, later weer toevoegen). Vlees licht kruiden met zout, peper en nootmuskaat.
Als het vlees bruin begint te worden de uien toevoegen en deze ca. 5-8 minuten meefruiten.
Voeg 3 eetlepels bloem toe en roer deze goed door de vlees-uien massa. Voeg zoveel water (in gedeelten) toe totdat er een hachee-achtige substantie is ontstaan.
4-6 eetlepels azijn (naar eigen smaak), 10-15 jeneverbessen, 10-15 kruidnagels en 6 laurierblaadjes toevoegen. Deksel erop en het geheel gedurende ongeveer 1 uur op laag vuur laten sudderen. Af en toe roeren.
Als de massa te dik wordt, voeg dan wat water toe.
Na 1 uur heeft het geheel wat kleur gekregen. 4 Plakjes ontbijtkoek (1.5 cm. dik) in blokjes van 1 bij 1 cm. toevoegen, plus ruim 2 eetlepels appelstroop. Goed doorroeren en nog 1 tot 1 ½ uur laten doorsudderen. Af en toe omscheppen.
Na 1 tot 1 ½ uur is de peperkoek opgelost. Even proeven of de smaak goed is. Eventueel nog wat azijn, appelstroop of ontbijtkoek toevoegen.
Laurierblad, jeneverbessen en kruidnagels mag je nu verwijderen. Dit mag je ook je gasten laten doen, maar waarschuw ze dan even: op een jeneverbes bijten is niet echt lekker....!! Indien nodig voor opdienen binden met maizena of bloem (meestal niet nodig, want de peperkoek bindt ook).
Lekker met aardappelpuree (zelfgemaakt!), rode kool (met appeltjes) en appelmoes.
Bereidingstijd
voorbereiden 10 minuten, bereiden 30 minuten + 2 uur. Je kunt dit heel goed een dag van tevoren maken en vlak voor 't eten weer opwarmen.
Bron
Stephanie van Dijck

Geef een reactie